Hotfoil Print (ook wel Hotstamp of Hotprint) wordt beschouwd als de voorloper van TTO. Ook hier wordt inkt van een lint overgesmolten naar het te printen oppervlak (substraat). Dit gebeurd bij Hotprint echter met een metalen cliché i.p.v. een digitaal aangestuurde printkop. Om de print te wijzigen moet het cliché dus fysiek uitgewisseld worden. Wel is het mogelijk om een oplopend nummer of datum te printen met een dateur. Omdat Hotprint daarnaast goedkoop, extreem betrouwbaar en een betere hechting heeft dan TTO wordt het nog steeds veel toegepast.
Bij Hotfoil printen wordt net als bij TTO een lint met vaste inkt over het substraat uitgerold door de printer. Het verwarmde cliché drukt de folie dan kort op het te printen materiaal waardoor de inkt oversmelt en de afdruk ontstaat. Hierbij moet het te printen materiaal stilstaan (intermitteren) tijdens het printen. Bij een productielijn waar de producten geen stilstandsmoment hebben (continue) kan er gewerkt worden met een balans. Hiermee wordt dan een stilstandsmoment gecreëerd om in te printen. Doordat er meer tijd en energie om te printen is dan met TTO zijn hotprint afdrukken krasvaster en is de hechting beter.
Door het robuuste mechanische karakter van een Hotprinter worden deze printers vooral ingezet in primaire fase’s van productieprocessen waar TTO printkoppen niet in kunnen opereren. Denk hierbij aan stoffige, zware industriële omgevingen zoals in de landbouw of constructie. Ook als de afdruk niet te vaak hoeft te veranderen, of alleen een oplopend nummer of datum voldoet, kan de lage aanschafprijs doorslaggevend zijn om een Hotprinter in te zetten. Tot slot is een Hotprinter in staat zeer scherpe logo’s/afbeeldingen te printen op moeilijke oppervlakken zoals harde kunstoffen, vezels of zelfs leer.