Het automatiseren van het codeerproces wordt bereikt door alle printjob parameters op voorhand vast te leggen. Deze zijn op hun beurt weer gekoppeld aan een productierun. Bij het starten van de productierun worden de parameters naar de printer(s) verzonden over het netwerk. Dit kan zowel direct vanuit het ERP, maar ook vanuit een PC. Naast dat downtime door herhaalde handmatige invoer wordt voorkomen, kunnen er ook geen configuratiefouten meer gemaakt worden bij het ompakken van een lijn.
Na het starten van de productierun op de centrale PC, of vanuit het ERP hoeven er geen (handmatige) handelingen meer verricht te worden. Ondanks dit kan er indien gewenst alsnog een handmatige operator input of controle stap in het proces worden ingevoegd. Uiteraard geldt dit ook voor geautomatiseerde controles of checks met vision/weeg apparatuur. Op deze manier kan het printproces modulair ingericht worden naar elke codeerwens waarbij specifieke oorzaken voor fouten worden afgedekt.